Sinds enige tijd is het verschijnsel embryotransplantatie (ET) bij het paard een niet meer weg te denken fenomeen binnen de Nederlandse paardenfokkerij. Niet alleen in de warmbloedfokkerij van spring- en dressuurpaarden maar ook in de draverswereld blijken meerdere embryonakomelingen zich tot toppers te ontwikkelen. In Amerika en Canada, bijvoorbeeld, vinden steeds meer embryotransplantaties bij Friese paarden plaats. Op een van de bekendste ET stations in Canada zijn afgelopen jaar meer dan vijftig Friese topmerries gespoeld.

Leek het eerst erop dat de ET bij het Fries ras een uitzondering zou blijven, de praktijk blijkt toch het tegendeel te gaan bewijzen. Vorig jaar werden embryoveulens geboren uit onder andere topmerries Olcha, Tetske en Setse. Ook dit jaar staan bij verschillende Friezenfokkers weer een aantal draagmerries op het punt te bevallen van embryoveulens.

Wat is ET ?

Met de term embryotransplantatie wordt eigenlijk niets anders bedoeld dan het overplanten van een heel jonge, ongeveer zeven dagen oude vrucht vanuit een donormerrie naar een ontvangende merrie. In de volksmond wordt de vrucht “embryo” genoemd maar die term is eigenlijk niet helemaal correct omdat er nog geen sprake is van een compleet aangelegd individu. Het enige waaruit dit embryo bestaat is namelijk een heel klein blaasje met een doorsnede van 0,1 tot 1 mm. Het blaasje is gevuld met enkele sneldelende cellen. Deze cellen groeien uiteindelijk uit tot een compleet individu.

ET lijkt dan ook heel spectaculair maar is het in de praktijk niet. In wezen is het niets anders dan een speciale techniek waarbij grote nauwkeurigheid is vereist en waar het vooral aankomt op ervaring. Hoe gaat ET bij het paard nu in zijn werk? Een merrie wordt tijdens een hengstigheid gedekt of geinsemineerd. Daarbij wordt zo goed mogelijk bekeken wanneer de eisprong precies plaatsvindt. Op de zesde tot zevende dag vanaf de eisprong (ovulatie) spoelt de dierenarts middels een aantal (drie) liters spoelvloeistof het embryo uit de baarmoeder (uterus) van de donormerrie. Deze spoelvloeistof wordt daarna gefilterd. De filterinhoud wordt daarna in het laboratorium verder onderzocht. Aangezien dit embryo met het blote oog niet zichtbaar is, is elke druppel vloeistof die verloren gaat er een teveel. Met andere woorden: dit spoelen vergt een uiterste zorgvuldigheid waarbij elke millimeter telt. Vervolgens wordt onder de microscoop het embryo gezocht en beoordeeld op kwaliteit en leeftijd aan de hand van het aantal cellen en het stadium waarin die cellen verkeren. Deze beoordeling vindt plaats volgens een vast protocol. Ook wordt het embryo meerdere malen gewassen voordat verdere verwerking plaats vindt. Daarna wordt het embryo ingevroren of, indien er een geschikte ontvangster aanwezig is, vers overgezet. Over het algemeen geldt: hoe groter (ouder) een gespoeld embryo is, hoe gevoeliger waardoor de eindresultaten minder goed zullen zijn.

De donormerrie kan echter niet vroeger dan zes dagen na de bevruchting worden gespoeld, omdat het embryo dan nog niet in de baarmoeder aanwezig is. Belangrijk voor de ontvangende merrie is dat deze vrijwel in hetzelfde cyclusstadium is als de donormerrie, dat wil zeggen: niet hengstig. Het overzetten naar de ontvangster (het eigenlijke transplanteren) kan principieel op twee manieren plaatsvinden, te weten chirurgisch of niet-chirurgisch. In Nederland is alleen de niet-chirurgische methode toegestaan. Bij de transplantatie dient elke overmatige prikkeling van de baarmoeder van de ontvangster zoveel mogelijk te worden vermeden. Het uiteindelijke transplanteren is daardoor een zaak van veel ervaring en ‘fingerspitzengefuhl’ omdat anders de merrie “opbreekt”. Dan is alles voor niets geweest. 

ET-spoeling bij een donor-merrie. 

ET paard versus rund 

Over het algemeen vindt de echte bevruchting van een eicel met een zaadcel plaats in de eileider (oviduct). Deze eileider vormt de verbinding tussen eierstok en baarmoeder. Ongeveer zes a zeven dagen na de eisprong (is post-ovulatie) ‘daalt het embryo af’ naar de baarmoeder (uterus) en zwerft daar ongeveer acht a negen dagen rond alvorens het een vaste plek uitzoekt voor innesteling en dus mogelijke drachtigheid. Van het paard is in vergelijking met het rund bekend dat er meestal maar een embryo afdaalt (een enkele keer twee embryo’s afdalen) c.q. bevrucht wordt (worden) per cyclus. Super-ovulatie bij het paard is op een enkele uitzondering na nog niet mogelijk. Er wordt echter wel veel onderzoek naar gedaan. Bij het rund is wel superovulatie mogelijk. Ook is bij het paard in vergelijking met het rund bijna altijd sprake van bevruchte embryo’s. Paarden reageren, zoals wellicht bekend, op veel zaken heel anders dan runderen. Het zijn nog altijd vluchtdieren met alle gevolgen van dien in de omgang., behandelingen, voeding et cetera. Samengevat betekent dit dat ET bij het rund moeilijk te vergelijken is met ET bij het paard. Ook met betrekking tot de kosten is de vergelijking anders. Bij het rund is de kostprijs per embryo natuurlijk veel lager dan bij het paard. Het rund levert meestal vele malen meer embryo’s per spoeling op dan het paard.

De dierenarts beoordeelt het embryo in een laboratorium.

Resultaten

De resultaten via diepvriesembryo’s zijn in het algemeen iets lager dan ‘vers’ overgezette embryo’s. Hier staat tegenover dat men bij diepvries niet afhankelijk is van het cyclustijdstip van de ontvangster. Een bijkomend voordeel van diepvries is dat het bedrijf minder in aantallen draagmoeders hoeft te investeren. De laatste nieuwste trend in de ET bij het paard is dat in Nederland door diverse dierenartsenpraktijken lokaal, dus bij de eigenaar thuis, merries voor ET worden gespoeld en de embryo’s daarna per koerier worden opgestuurd naar zogenoemde transplantatiestations. Deze stations beschikken over een groot aantal draagmoeders dat voor de uiteindelijke transplantatie gebruikt wordt. Het grote voordeel van deze methode is dat de embryohandeling (laboratorium) en de transplantatie kan worden uitgevoerd door de echte specialisten met veel ervaring. Hierdoor neemt het uiteindelijke resultaat voor een succesvolle ET natuurlijk belangrijk toe.

Wat is belangrijk indien een paardeneigenaar bij een merrie ET overweegt? Realiseer dat een goed en succesvol resultaat het beste te behalen is bij een goed vruchtbare merrie en een goed vruchtbare hengst. Vruchtbare merries produceren kwalitatief veel betere embryo’s die zich ook nog eens veel beter in de nieuwe baarmoeder innestelen. Vanaf een donorleeftijd van vijftien jaar en ouder neemt het resultaat duidelijk af. Voor de draagmoeder geldt dat behalve een bepaalde mate van milieu, zogenoemde maternale, moederlijke en verzorgende eigenschappen, er geen invloed is op de genetische kwaliteit van het embryo. Deze maternale invloed blijft beperkt tot enkele maanden na de geboorte. Toch dient een goede draagmoeder aan een aantal eisen te voldoen. Ze dient een voldoende goed karakter te hebben, niet te klein te zijn, niet te dik en had bij voorkeur al eens een veulen. Uiteraard dient de merrie in gynaecologisch opzicht optimaal te zijn. Eigen merries, die genetisch gezien van iets mindere kwaliteit zijn, kunnen eveneens als draagmoeder worden ingezet. Het grote voordeel is dat de eigenaar deze merrie(s) meestal goed kent. Daarnaast zal de groep waar de merrie deel van uitmaakt, geen hinder van ‘vreemde’ paarden ondervinden. Spoelen voor ET kan meerdere malen per jaar, dus niet alleen tijdens het normale seizoen maar ook daarbuiten. Enige voorwaarde is dat de merrie goed hengstig is / wordt. Het is eveneens mogelijk om in het begin van het seizoen enkele malen de merrie voor ET te spoelen en daarna de merrie na een laatste inseminatie gewoon drachtig te laten worden. In het algemeen is het goed om een merrie na een ruim aantal spoelingen een normale dracht te laten uitdragen.

Pasgeboren ET- veulen. Hij is de volle broer van dekhengst Sape 381.

Ook de kampioene van de Centrale Keuring 2005, Gonda FT, heeft een volwaardig ET-broertje.

Toekomst

Voor wat betreft ET bij het paard is de experimentele fase duidelijk voorbij en kunnen paardeigenaren momenteel heel goed gebruik maken van deskundigheid die met name in Nederland voorhanden is. Welk voordeel kan ET bij het (Friese) paard nog meer hebben? Zoals duidelijk vermeld, is ET bij het paard alleen zinvol indien de fokker hoogwaardig genetische donormerries gebruikt. Door meerdere nakomelingen per jaar van deze hoogwaardige merries te verkrijgen is het mogelijk om in een kortere tijd een grotere genetische vooruitgang te behalen dan tot nu toe. Door ET verkrijgen fokkers een betere selectie. Daarnaast wordt de generatie-interval verkort. Het is wel belangrijk dat de merrie-eigenaar een duidelijk fokprogramma voor ogen heeft want fokken is denken in generaties. Fokken hoeft geen gokken te zijn als de fokker weet wat hij wil. Een paardenfokker dient zich tevens af te vragen of hij gericht wil fokken of alleen maar wil vermeerderen. Een fokprogramma kan zowel bij de individuele fokker als bij een stamboekorganisatie worden opgesteld. In de runder- en varkensfokkerij zijn uitgekiende fokprogramma’s heel normaal. De vooruitgang in deze fokkerijtakken zijn daardoor dan ook aanzienlijk. Wil de Friezenfokkerij in Nederland bijblijven dan kan ET hierbij een belangrijke rol vervullen. Het feit dat vooral in toenemende mate en met succes in Noord Amerika ET bij het Friese paard wordt ingezet, kan een reden temeer zijn om ook in ons land deze bevruchtingstechniek toe te passen.

Pros and Contras of ET

In practice it has been shown that ET in horses offers some advantages.
In conclusion these are the advantages:

  • Several foals per horse per year are possible.           
  • The mare can be used for sport and also produce foals/a foal.          
  • Mares with pregnancy problems can still produce offspring.           
  • Two year old mares can also produce foals via embryos.    
  • Valuable genetic potential can be frozen and saved, also for the long term.
  • Valuable genetic material (embryos) can be stored cheap for the long term.
  • Frozen embryos are easy, simple, and relatively cheap to transport.

A relative disadvantage of ET in horses is that it is not cheap.
ET is thus only useful in horses with a high genetic value.
Also horse owners and veterinarians need to realize that not all fertility problems in horses can be solved with ET.

Bron: www.horsmans.com